Winnie The Pooh en zijn vriendjes hebben iets bedacht om te kunnen praten met oma in de hemel. Lees hier het prachtige verhaal:
De bellenblaasbrievenbus
Op een dag zat Winnie The Pooh heel treurig onder een boom.
Knorretje zag zijn vriendje daar zo heel triest zitten en vroeg wat er scheelde. Winnie vertelde dat hij zo naar zijn oma verlangde, die nu bij de engeltjes in de hemel woont. Hij zou nog zo graag bij haar zijn en met haar praten en lachen, ze hadden altijd zoveel plezier. En vandaag is ze jarig, ze zou nu 90 jaar worden.
Teigetje die ook bij zijn vriendjes was komen zitten, zei nadat hij een poosje had nagedacht “je kan gerust nog met je oma praten. Je kan in je hoofd met haar praten en zij kan je zo dan antwoord geven. Je doet gewoon alsof. Want doen alsof gaat altijd heel goed, dan lijkt het net alsof het echt is!” Winnie The Pooh’s snuitje klaarde helemaal op. Hij keek naar de wolken en begon te denken. Opeens kreeg hij een heel goed idee. Hij holde naar zijn huisje en begon ijverig in alle kastjes en schuifjes te zoeken.
“Ik heb een idee, ik heb een idee” riep hij heel opgewonden. Teigetje, Knorretje en Igor keken opgewonden maar verbaasd toe. Winnie riep blij “ik ga mijn oma kaartjes en briefjes sturen, dan kan ik toch met haar praten”, maar toen bedacht hij plots dat de hemel misschien wel helemaal geen postbus had voor gewone kaartjes en briefjes. Teigetje, die al heel wat over de hemel had nagedacht, riep “Misschien heeft de hemeldeur wel een bellenblaasbrievenbus.”
“Een bellenblaasbrievenbus?” vroeg Winnie verbaasd. Dat was zo’n moeilijk lang woord, daar had hij nog nooit van gehoord. “Dat klopt” zei Teigetje. “In de hemel heb je wel vaker dingen die je niet kent en die anders zijn”.
“Kunnen we dan toch brieven en tekeningen in de brievenbus doen?” vroeg Knorretje heel blij. “Dat weet ik niet zo goed” twijfelde Teigetje “die passen daar misschien niet in. Er passen wel hele mooie zeepbellen in de brievenbus. Thuis op het gras of achter in het bos, of aan de zee, waar je maar wilt, blaas je met je ogen dicht, heel lief en voorzichtig de mooiste bellen.
Ik weet zeker dat ieder leven een goed verhaal oplevert. En ik schrijf het graag. Postuum of bij het naderend einde van een leven.
Wat een goed levensverhaal toevoegt aan een uitvaart wordt goed beschreven door Anniek van den Brand in een prachtige column in Trouw (2012).
“Meer dan vijftig jaar is tante Gerda getrouwd geweest met mijn vaders oudste broer. Zij was al deel van de familie voordat ik werd geboren. Wat voor nieuws kan een levensschets van een minuut of zes zeven brengen? Toch zit ik binnen de kortste keren rechtop.”
“Van het ene op het andere moment verandert ze van ‘de vrouw van’ en ‘de moeder van’ in een vrouw met dromen, verlangens en een verhaal.”
Ik schrijf graag levensverhalen. Van wieg tot graf. Met ups en downs. Boeiend tot het einde. En recht doend aan de persoon en zijn leven.